This image, which was originally posted to Flickr.com,
was uploaded to Commons using Flickr upload bot on 22:07, 8 July 2011
(UTC) by Ureinwohner (talk). On that date it was licensed under the
license below.
Zowaar, ongelooflijk. Voor het eerst sinds jaren
heb ik weer naar De Koers gekeken. Parijs – Roubaix, in dit geval, want sinds
enige jaren is mijn wielerseizoen ingekort tot 2 koersdagen, Vlaanderen en
Roubaix om precies te zijn. Kijken deed ik niet, ik las slechts de uitslagen.
Deze echte klassiekers zijn opzichzelfstaande
monumenten in de wielrennerij, en hebben als voordeel dat ze elk jaar even
zwaar zijn. Afhankelijk van het weer, droog of nat en koud, bepaal je de Viagra
dosis voor de bloedsomloop en verwerk je de juiste hoeveelheid zelfgemaakte speed je
in je gesponsorde energierepen.
Wonen in Spanje is leven met beperkingen en één
daarvan is het traditionele begin van de Roubaix uitzending, een kilometer of
tien voor het bos van Wallers. Dit jaar verheugde ik mij op die mooie stofwolk,
die als een zwijgende getuige van een ontplofte granaat tussen de boomstammen
doorzweeft. Helaas, ik moest maar weer eens emigreren, want zoals wel vaker
snappen ze het hier niet zo goed.
Zo wisten de commentatoren evenmin te vertellen
waarom de koers De Hel van het Noorden heet. (de editie van 1919, enkele
maanden na afloop van WO1 voerde langs de slagvelden door een desolaat
landschap en over kapotgeschoten stroken die de weg moesten voorstellen).
In de slotkilometers zie ik een ijskoude,
24-jarige Belg, Sep Vanmarcke, die niet van plan is om de tweede plaats te
vieren. Op de wielerbaan van Roubaix, de finish, dwingt hij de ervaren en
gelauwerde Cancellara zelfs omhoog. Ik denk, gotsammekroake! dat menneke gaat
het flikken. Helaas kwam ik bedrogen uit, omdat hij de laatste meters zijn
benen stilhiel Inderdaad, enkele euro’s rijker, maar een imponerende,
talentbevestigende zege armer.
Vervolgens wenden wij de blik naar Arnhem, waar
Vitesse het nieuwe trainingscomplex aan de pers presenteert. Alles ziet er
prachtig uit, en het behoeft geen twijfel dat hier spelers beter zullen worden
gemaakt. Dan valt het cameraoog op een muur met spelersnamen. Just Göbel en
Edward Sturing springen eruit qua lettergrootte. Göbel was een topkeeper begin
vorige eeuw, en Sturing een verdediger die in elf jaar Vitesse alles meemaakte
(promotie, Europees voetbal, dat werk).
Ik zet het beeld stil, niet mijn oogleden aan mijn
kassen en slik een pijnstiller. Vervolgens ga ik op zoek naar de naam van Theo
Bos. Drie paracetamolletjes, vijf keer oogdruppels en twee bekertjes bloed
verder, kennelijk heb ik een goede ader aangeboord, ga ik naar de eerste hulp.Weer
thuis pak ik mijn extra large jampotglazen bril en zoek opnieuw, met hetzelfde
resultaat.
De man die zijn hele leven voor Vitesse speelde,
werd al eens als trainer door hetzelfde management als grofvuil aan de kant
gezet. Na zijn overlijden in februari van dit jaar kreeg hij wel een
imponerende uitvaart van diezelfde junta.
Zijn impact is nog steeds zo groot dat zelfs
clubliefhebber Wilfried Bony een shirt met zijn beeltenis onder het door hem zo
gekoesterde Vitesseshirt droeg. En toch ontbreekt Bos op de Heldenmuur. Zelfs
niet te vinden met extra hulpmiddelen dus.
Inderdaad, ja. Ik heb altijd wat te mekkeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten