Nog steeds komen oud-wielrenners,
wiens carrière rond 1824 ten einde kwam, uit de dopingkast. Eerlijk gezegd is
Boogerd een van de weinigen van wie ik het niet verwachtte, op grond van zijn
erelijst (hij verloor geregeld van erkende dopingzondaars) en de manier waarop
hij bijvoorbeeld van La Plagne
moest herstellen. Voel ik mij in het ootje genomen?
Een beetje, ook omdat ik
hem ooit complimenteerde met zijn erelijst en geen begrip had voor de weinige
waardering die hij tijdens zijn carrière ontving. Daar ik hem verder niet ken en dus
ook nooit in mijn toet ben voorgelogen, haal ik mijn schouders op. Bovendien bevestigt
het dat de sport niet dopingvrij kan worden beoefend.
Ik schaarde Boogerd steevast
bij Frans Maassen en Edwig van Hooijdonk, twee renners die voortijdig hun
loopbaan afbraken omdat zij ineens door derderangs Italiaantjes werden
voorbijgestreefd als hadden zij hun Pinarello voor een Ducati ingewisseld. Later
bleken zij allemaal van dokter Michele een Ferrari-motor te hebben ontvangen
Voor de goede orde,
doping is zo oud als de sport zelf, die sinds het einde van de 19e eeuw
in wedstrijdverband wordt beoefend. In de Tourreglementen van de jaren ’20 stond
letterlijk dat de organisatie voor fietsen en accommodatie zou zorgen, maar de
renners hun eigen dopage moesten
regelen. Het is verweven met de sport. Om dat uit te bannen moeten de etappes
worden ingekort, opdat renners meer hersteltijd hebben, maar daar zit het
probleem.
Dankzij de UCI en de organisaties
die blijven volharden in te zware (etappe)koersen, is een grote ronde niet
zonder met uranium verrijkt kalfsbloed-extract en The Force te winnen. Omdat elke ronde de stoerste, zwaarste en gekste
wil zijn heeft de Ronde van Spanje elf(!!!), ik herhaal 11(sic! sic! sic!),
aankomsten bergop. Dit is een open invitatie aan het medisch en chemisch gilde.
Wie deze ronde wint, en overleeft, kan een kernramp veroorzaken.
Nu wil uitgerekend Edith
Schippers dat Boogerd alles verteld. Deze wijze dame, beschermvrouw van de huisartsen en ontkenner
van matchfixing in het Nederlandse voetbal ontplooit zich nu als forensisch
analist.
Wellicht kan zij via een
medium aan Maurice Garin (eerste Tourwinnaar in 1903) vragen welke trein hij
nam in de editie van 1904, (wat leidde tot zijn diskwalificatie als winnaar). Ook
interessant: welke wijn dronk hij tijdens de etappes: Bordeaux Grand Cru of Le Château de la Migraine. Zij kan ook aan Merckx en Zoetemelk (ieder
drie maal betrapt) vragen hoe zij het deden.
.
Het zou haar en al die
andere heksenjagers sieren als zij zich concentreren op Contador cs. Mannen die
nu rijden en heroïsche taferelen voorschotelen waarvan wij inmiddels weten dat
die niet naturel kunnen zijn. Kennelijk is het leuker om die arrogante Lance op
te knopen, die won van alle erkende dopingzondaars maar als enige moet bloeden,
dan de sport te zuiveren. Men liever een koe in de kont dan in het vriendelijke
gelaat. Wat mij betreft een ietwat onsmakelijk en vooral, contraproductief.
Daarom ben ik sinds kort
dus lid van een Pim Pam Pet club. Met dopingcontroles uiteraard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten